ABO

Blok 2
Stilleven van een plant

Na het oefenen met het mengen van kleur en de nodige theorie, was het tijd voor het eerste stilleven. Ik ging hier zonder verwachtingen in, dit was voor mij de eerste keer dat ik een stilleven schilderde. Ik begon met een donkere achtergrond en had als doel om van donker naar licht te werken. Het ging me vrij goed af, vooral omdat ik geen regels voor mezelf had opgesteld. Ik merkte wel dat ik moeite had met het gebruik van schaduw, en dat ik nog erg mijn best deed om het realistisch na te maken. Aan de andere kant ook wel weer een goeie oefening, omdat ik al vaak de realiteit abstraheer. In dit werk zit een goed contrast in structuur. Ook vind ik de iets transparante achtergrond opvallend in combinatie met de vooral gedekte plant. Na dit werk had ik vooral als doel om weer iets dichter bij mezelf te komen en om verschillende handschriften uit te proberen.

Een stoel

Bij dit werk had ik van tevoren besloten om de stoel niet van tevoren uit te lijnen, maar bij een punt te beginnen en vanuit daar al kijkend verder te schilderen. Dit is hoe de speelse vorm is ontstaan, met toch zeer herkenbare realistische elementen. De vier schroeven op het zitvlak vind ik opvallend. Het geheel rondom de schroeven is erg ruw aangebracht, waardoor de heldere schroeven een rustpunt brengen in het geheel. De stoelpoten lopen onderaan van het beeld af, waardoor er een interessant perspectief ontstaat en de stoel dichtbij je lijkt te zijn. Bij het volgende werk wou ik graag meer kleur gebruiken. Ik merkte dat mijn werken snel donker werden. Ook wou ik in dat kleurgebruik kijken hoe ik meer verschillende contrasten in kon zetten.

Voorwerpen in een landschap

Ik had mijn wens om meer kleur te gebruiken iets te letterlijk genomen. Het is nu veel te extreem geworden. Toen ik merkte dat het veel te veel geworden was probeerde ik het nog iets te verhelpen, maar dat mocht niet baten. Uiteindelijk heb ik dat een beetje opgegeven, en ben ik me meer gaan richtten op detail in mijn voorwerpen. Ook probeerde ik ze enigszins realistisch te maken, en de schaduwen te laten kloppen. Er was een vooruitgang te merken ten opzichte van mijn eerste schilderij, daar was ik tevreden mee. Maar ik wist ook dat ik mijn kleurgebruik nu juist weer moest beperken. Voor mijn eindwerk wou ik beginnen met twee kleuren en later voorzichtig uitbreiden.

Eindwerk

In mijn eindwerk was ik vastbesloten om zo veel mogelijk contrasten in het werk te stoppen. Ook wou ik graag dat het werk heel erg ‘mij’ was. Zoals ik hiervoor zei ben ik begonnen met twee kleuren. Eerst een laag in blauw, daarna met rood. Mijn beeldarchief was erg behulpzaam: het lukte me goed om inspiratie op te doen en zo mijn eigen wereld te creëren. Ik had de aantekeningen van de les naast me gelegd terwijl ik bezig was. Dit hielp enorm, zo kon ik steeds weer terug kijken en nadenken over mijn gemaakte stappen. Halverwege heb ik mijn werk door midden geknipt en weer aan elkaar vastgemaakt. Dit was een hele fijne, verhelderende stap. Ik had letterlijk een ander perspectief en dat zorgde ook voor veel nieuwe energie. Toch had ik nog steeds moeite met het ‘gewoon doen’, dus herinnerde ik mezelf er steeds aan dat het oké is om uit de bocht te vliegen. Ik dwong mezelf om af en toe gewoon mijn kwast te bewegen en te kijken waar het uit kwam.

Als ik nu terug kijk op mijn eindwerk zie ik opvallend veel primair kleurgebruik. Ik heb alle kleuren wel gemengd, maar op het eerste gezicht is het blauw, rood en geel. Een duidelijker kleur-tegen-kleur contrast had er nog wel in gekund. Het warm-koud contrast is wel heel duidelijk: namelijk blauw en rood. Ik heb gebruik gemaakt van transparantie op bepaalde plekken, bijvoorbeeld in de achtergrond maar ook op andere plekken over het zwart. Tijdens het maken heb ik klasgenoten om feedback gevraagd. Toen kwam ik er achter dat ik eigenlijk alleen maar organische vormen gebruikte. Dus heb ik de oranje streep toegevoegd, die ook soms onder of boven lagen door lijkt te gaan waardoor die iets minder duidelijk worden. Ook attendeerde mijn klasgenoten mij er op dat alles erg beheerst was geschilderd. Dat heb ik geprobeerd op te lossen met wat rigoreuze verfstrepen, maar achteraf had dat nog beter gekund. Ik ben tevreden over het groot-klein contrast. Het grote rood in het midden en het zwarte onderaan valt op, en de details brengen dat in balans.

Beeldarchief gebruikt voor het eindwerk

Van dit tweede blok heb ik erg genoten. Met de collage’s in blok 1 had ik moeite met het ‘doen’ en loslaten. Ik vond het moeilijk om mijn handen te volgen in plaats van mijn gedachten. Ik heb nog veel nagedacht over hoe het soms gewoon zo kan zijn dat je onderbewuste voor je stappen beslist. Ik was altijd bang dat het dan per ongeluk goed ging en niet van mijn creativiteit af kwam. Nu weet ik dat dat niet zo is. Ik heb nu al gemerkt hoe ik dat onderbewuste mij even kan laten overnemen, en daar later weer op terug kan kijken. En zo toch weer een enigszins concrete stap kan zetten. Mijn doel in het vervolg is om dit vooral te blijven doen, soms even het denken uit zetten. Ik zou graag wat rigoreuzer te werk gaan, omdat ik merk dat dit vaak heel goed is! Tegelijkertijd blijf ik af en toe kijken naar de aantekeningen, die ook voor veel opheldering zorgen bij mij.